Beurtschippers dynastie van der Graaf
Linker huis (nu 92) was ooit de woning van beurtschipper Berend van der Graaf. Drie van zijn zonen, Willem, Dirk en Aaldert Jan, ook allen beurtschipper, bewoonden vervolgens de drie opeenvolgende panden. (nu 92, 94 en 96)
Bron: Genealogie Online
Berend van der Graaf. Hij is geboren op 20 oktober 1830 in Nieuwleusen. Beroep: beurtschipper te Hardenberg. Hij is overleden op 12 juni 1909 in Lutten, hij was toen 78 jaar oud. Trouwde op 29 november 1856 te Dedemsvaart met Jentje IJmker. Zij is geboren op 12 juli 1832 in Huizen. Zij is overleden op 3 oktober 1902 in Dedemsvaart, zij was toen 70 jaar oud.
Uit: Rondom den Herdenbergh 1992 - 03. Klik om het verhaal te openen en te sluiten.
Voor vijftig cent met de trekschuit van Lutten naar Zwolle – Wim Meijer
Berend van der Graaf, jaagschuitschipper uit Lutten aan de Dedemsvaart, stuurt vol trots zijn aankondiging in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant naar het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg. Hij kondigt aan, tweemaal per week vanaf het Jachthuis in Lutten per jaagschuit naar Zwolle te gaan. Elke maandagmorgen om acht uur en iedere donderdagnacht om twaalf uur is het vertrek. De eerste hindernis voor de jaagschuit is de brug bij Schrijver, waar de Lutterhoofdwijk aftakt richting Slagharen. Dan komt Sluis VIl, op de grens van de gemeenten Ambt Hardenberg en Avereest, bij het tegenwoordige café ,,De Proatkoele”. Verder gaat het, langs de veenderijen, langs de wijken links en rechts, langs de armoedige woningen van de turfstekers en de kastelen van de verveners. Dan richting Sluis VI. De verveners Minke woonden hier. Met een scherpe bocht volgen we de Dedemsvaart richting dorp. Hier staat een van de zogenaamde rollepalen. Links en rechts verschijnen de boerderijen van de Groninger boeren, die hier na de verveners zijn neergestreken. Ook vinden we af en toe een scheepswerf. Midden in Dedemsvaart gaat de Kalkwijk (nu Julianastraat) rechtsaf naar de aan het eind staande kalkovens. Kalkovens overigens, die er nog steeds staan en die door bemiddeling van de Historische Vereniging Avereest voor de toekomst behouden zijn. Nu komen we bij de Wisseling, een woonplaats van vele schippers. De Wisseling was een verbreed stuk van de Dedemsvaart, waar schippers konden aanleggen, boodschappen doen en overnachten, zonder dat het doorgaande scheepvaartverkeer er last van had. Het gemeentehuis en het gastvrije hotel Steenbergen worden gepasseerd en op ging het naar Balkbrug. Hier passeerde de Dedemsvaart een weg, een van de drie straatwegen die vroeger het noorden met het zuiden van ons land verbonden. Daar moest een brug komen. Niets bijzonders, er lagen reeds vele bruggen over de Dedemsvaart. Deze brug kreeg echter een speciale functie, liever gezegd niet de brug, maar de installatie die onder de brug gebouwd werd. Om te voorkomen dat schepen die te zwaar beladen en dus te diep in het water lagen, de Dedemsvaart verder op wilden en daar aan de grond zouden lopen, werd ter plekke van de brug een beweegbare balk in het water aangebracht. Door deze balk hoger of lager te stellen, al naar gelang de waterstand, werd bepaald welke schepen door mochten gaan. Dit waren alleen de schepen die ongehinderd de balk konden passeren. Schippers die te zwaar beladen uit het westen van het land kwamen, wilden de sluiswachter van Sluis V nog wel eens vragen het water in de Dedemsvaart op te houden, zodat zij toch de balk onder de brug konden passeren.
Het ligt voor de hand, dat het dorp rondom deze brug ontstaan, de naam kreeg van Balkbrug. Allengs komen we uit de regio. We passeren Sluis V, een sluis met een bewogen geschiedenis. De sluis werd ook wel het Veenschut genoemd. Sluis VI, nog net in de gemeente Avereest, we komen aan het drie gemeenten punt: Avereest, Nieuwleusen en Ommen; de weg naar Ommen en Nieuwleusen gaat hier over de Dedemsvaart. Sluis III, Nieuwleusen/Den Hulst, de reis vordert. Uren zijn er toch al verstreken. We komen nu langs het fraaie buiten van baron Van Dedem, de schepper van de vaart die naar hem is genoemd. De passagiers van schipper Van der Graaf zijn nieuwsgierig. Zoiets zie je niet elke dag. De fraai aangelegde gazons en de perken met voor hen allerhande vreemde struiken en planten. Ze zien wel, dat er zorg aan besteed is. De Lichtmis doemt op, hier is Sluis II. Nu niet zo lang meer en ze zijn in Zwolle. Ze verlaten de Dedemsvaart en gaan het Lichtmiskanaal op; iets verder is de Nieuwe Vecht, samen vormen deze de verbinding van Zwolle met de Dedemsvaart. Het is inmiddels zes uur geworden en Zwolle is bereikt. De reis heeft ongeveer tien uur in beslag genomen. Schipper Van der Graaf heeft zijn schuit bij Van Eelen aan de Diezerpoort afgemeerd, leder gaat nu zijns weegs. De volgende dag om tien uur vertrekt de schuit weer richting Lutten aan de Dedemsvaart. De schipper hoopt dan de schuit weer vol passagiers te hebben.
De jaagschuit biedt plaats aan 35 personen, 12 in de eerste kajuit; hiervoor betaalt men 70 cent voor een enkele reis naar Zwolle, 23 personen nemen plaats in de tweede klasse-kajuit voor een prijs van 50 cent voor een enkeltje Zwolle of prijs inbegrepen. Het meerdere moest worden betaald. Met dezelfde schuit ging Van der Graaf op woensdag- en zaterdagmorgen naar Slagharen en De Krim om goederen te vervoeren. In latere jaren heeft de familie ook het beurtschip ,,Baron Van Dedem” geëxploiteerd.
Noten:
- Een jaagschuit werd getrokken door een paard. De man bij het paard was de jager. Hij ging langs het jaagpad (we zien dat jaagpad op de foto van Huize Rollecate).
- Een rollepaal bij het kanaal diende ervoor dat het schip in de bocht niet tegen de wal werd getrokken. De treklijn gleed langs een rollende spil, de rollepaal.
- In de kom van Dedemsvaart was het gelijknamige kanaal in 1857 vijf meter verbreed, over een lengte van 150 meter. Schepen konden aanleggen en elkaar passeren zonder de doorvaart te versperren. Veel schippers hadden in Dedemsvaart hun waladres en bleven in de wintertijd van Kerstmis tot Maria Lichtmis (2 februari) voor anker liggen. De schippersvereniging ,,Schuttevaer” had alleen te Dedemsvaart in 1888 al tachtig leden.
Bronnen:
Stap voor stap langs de Dedemsvaart, door G.H. Varwijk en J.R. Seinen, uitgave boekhandel Rooseboom, Dedemsvaart, 1983.
Gemeentearchief Ambt Hardenberg 1880; register voor het inschrijven van de aangiften, betreffende de openbare middelen tot vervoer van personen, met uitzondering van de spoorwegdiensten.
Historische Vereniging Avereest, 1e jaargang no. 1, mei 1984.
Bron: Genealogie Online
Willem van der Graaf. Hij is geboren op 28 oktober 1863 in Dedemsvaart. Beroep: schipper te Ambt Hardenberg. Hij is overleden op 23 april 1924 in Ambt Hardenberg, hij was toen 60 jaar oud.
Hij is getrouwd op 1 juni 1889 te Heemse met Antje Blokzijl. Zij is geboren op 13 november 1861 in Dedemsvaart. Zij is overleden op 21 januari 1945, zij was toen 83 jaar oud.
zie ook 142-144 Blokzijl
Bron: Genealogie Online
Dirk van der Graaf. Hij is geboren op 10 mei 1868 in Dedemsvaart. Beroep: beurtschipper. Hij is overleden op 25 december 1934 in Lutten a d Dedemsvaart, hij was toen 66 jaar oud.
Hij is getrouwd op 30 september 1893 te Heemse met Neeltje Johanna Lock. Zij is geboren op 2 oktober 1865 in Naaldwijk. Zij is overleden op 18 mei 1923 in Ambt Hardenberg, zij was toen 57 jaar oud.
Eén van hun zonen (Arie) was de latere grondlegger van slagerij van der Graaf
Bron: Genealogie Online
Aaldert Jan van der Graaf. Hij is geboren op 25 augustus 1874 in Dedemsvaart. Beroep: (beurt)schipper. Hij is overleden op 9 augustus 1958 in Lutten a d Dedemsvaart, hij was toen 83 jaar oud.
Hij is getrouwd op 27 januari 1905 te Heemse met Hillegien Teekman. Zij is geboren op 26 februari 1881 in Edam. Zij is overleden op 13 oktober 1939 in Lutten a d Dedemsvaart, zij was toen 58 jaar oud.
Bron: Historische vereniging Avereest
In het begin van deze eeuw was een voorname verbinding van Dedemsvaart met Zwolle, Meppel en Coevorden door de beurtschepen via het kanaal “de Dedemsvaart”. M. van der Graaf was de beurtschipper op Zwolle, W. van der Graaf uit Coevorden voer vanuit zijn woonplaats via de Dedemsvaart op Meppel en A.J. van der Graaf uit Lutten voer op de route Coevorden-Zwolle. Dit veer is na de tweede wereldoorlog overgenomen door M. van der Graaf Joh.zn, waaruit later de transportgroep van der Graaf is ontstaan. In Lutten zat verder nog D. van der Graaf met een dienst op Zwolle.